Laatst bijgewerkt: | februari 2014 | www.oudzelhem.nl |
Uit: Mensch en land in de middeleeuwen, door B.H. Slicher van Bath. |
Smedekinc, erf 1341 (Die Urbare der Abtei Werden, 1906/1917. Heberegister Werden III 833). Zelhem. Toelichting: |
Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, Het Kwartier van Zutphen |
Smedekinck, in den kerspel van Selm, ontfinck Derich van Linteloe, anno 1424. Toelichting: Ludgard van Winckelhusen, heer to Mierlo, crigt 9 maenden uutstel om to suecken bescheyt van vrijgevinge des goets Smedekinck ofte anders 'tselve te leen t' erkennen, 9 Marti 1599. Idem crigt noch 4 maenden uutstel, 7 Nov. 1600. Fredrica Margriet van Lintlo ontfengt een goet geheiten Smedekinck met sijn tobeboren, in der graefschap Zutphen, in den kerspel van Selm gelegen, 4 Febr. 1601. Eadem vernijt, 17 Jan. 1609. Hendric van Coevorden door sijner moeder Fredrica Margreta van Lintelo beleent, 14 Nov. 1645. Goossen van Coevorden, erve sijner moeder Fredrica Margreta van Lintelo, beleent, 25 Febr. 1648. |
Verpondingsregister 1646-1650 in 't Rigterambt Zelhem, afschrift door Gerhardt Kreynck in 1676: |
72-14 |
Smekinck. Jonker Rouwenoort. Huys ende hof 2 spint. boulant 8 mlr. 3e gerve knoot willigen. 3 beestweydens, heijde ende vaernicklant. (1) Beswaer, 5 sch Rogge an vrouw Heijendaels 1 sch. woltrogge end 1 hoen an de lantschap. An Jonker Schaep tot thins 1 pont wass en op twee na het beste van de jonge lammeren oft 2 gl. 7 kannen hoonigh kaelsche maet (2) of 3 gl an Winckelman alle vytganck betaelt de bouman (1) Betekenis van woord “vaernicklant” is vooralsnog onbekend |
Veldnamen: |
Vaerninck lant de Vinkenkamp den Hof 't Blek de Kalverweide de Klaapsinkweg de Laegentimp |
Opmerking: |
1625: In het Register van Goederen van Schaar en
Syon en de pastorieën van Zelhem, opgemaakt door de rentmeester Johan
van Haeghen, ± 1625 staat onder nr. 8: Een stucken anden Smeijkinck
ad 1½ schepel geseis liggende SW aen Kerkwijck stucke; NW anden enden
neffens Schenninx crommen acker, NO aen Gerrijt Bouwvinck; SO aen
Smekinck koekamken. Verband van de goederen Gilink, Oosterink, en Smekink voor een somma van 4000 gulden, door d´erfgenamen Bloemendaal aan dominee Anthonius Hoppenbrouwer 18 nov. 1686 reg. 31 mei 1697. Geroijeert 19 nov. 1700. Verband van ’t erve Smekink voor somma van 2000 gulden, zijnde ’t restoir van een capitaal ad. 4000 gulden, gevestigd op 18 nov. 1686 in de goederen Gilink, Oosterink, en Smekink, waar van de twee eerste werden ontslagen en vrij gesteld, blijvende ‘t voornoemde erve Smekink alleen voor ’t geseijde restoir verbonden, door d´erfgenamen Bloemendaal aan dominee Anthonius Hoppenbrouwer 23 nov. 1691 Geroijeert [19] nov. 1700 Arrest aent erve Smekink voor 44 gulden door dr. Plegher gedaen contra Engelb. Bloemendael en desselfs huijsvrouw 8 apr. 1709 Opdragt van een stuk bouwland c.c. een mudde gezaaij, op de zogenaamde Schennink Kamp bij het erve Smeekink ten oosten naast een stuk land van Roelof Bennink en ten westen naast dat van Roelof Harmen Jan Bennink, door Johannes Vermeulen en Kunne Boenink ehelieden, aan Wolter Boenink 13 jul. 1804 |